Vanochtend om kwart voor zes heb ik mijn eerste interview gegeven in het Spaans! Asún heeft me een aantal vragen gesteld over mijn Camino tot nu toe en waarom ik loop. Ben alleen vergeten te vragen waar het precies voor was… De woordvoerder in mij is heel ver op vakantie….
Ik heb kort en onrustig geslapen. Werd een paar keer wakker geblaft door een hond. En alweer zie ik op tegen vertrekken. Ik kom maar niet over mijn angst heen. En dus loop ik de eerste uren weer met een gespannen lijf. Telkens verwacht ik dat er een roedel bloeddorstige wolven achter een boom vandaan komt.
Na tien kilometer kom ik in Montefugado, een dorp met 20 inwoners. En een treinstation. Ik zie het perron terwijl ik weer eens flink word toegeblaft door een hond aan een ketting. De wachtruimte voelt als een veilige haven. Ik check de treintijden. Er gaat één trein vandaag, om 10.12 uur. Het is op dat moment half negen. Ik kan de verleiding niet weerstaan.
De trein zoeft door het prachtige landschap waar ik eigenlijk had moeten lopen. Hij brengt me naar Monforte de Lemos, zo’n 60 km lopen op de Camino de Invierno. Ik check in bij een wat verlopen hostal en plof neer op het muf ruikende bed.
***
Al vier dagen krijg ik de angst niet uit mijn lijf. Ik loop niet meer lekker. Normaal gesproken speur ik onderweg altijd naar dieren. Een hert, een vos, een eekhoorn. Nu schrik ik van elk geritsel. Voordat ik bij een dorp kom, raap ik een steen van de grond. Bij elk huis met een hek verwacht ik een waakhond. Angst is meestal irrationeel. De ratio wil het alleen maar niet winnen.
Zonder die angst had ik volop genoten van deze Camino. Mét die angst heb ik mijn mooie momenten voor een groot deel pas nadat ik aangekomen ben. En dat was nou precies niet de bedoeling, ik wilde weer genieten van het lopen, van vogels, van picknicken in het gras.
En nu? Het is wat ironisch, maar ik ga terug naar de Camino Francés. Ik ga het laatste stuk naar Santiago lopen tussen hordes andere pelgrims en de commercie en ‘turigrinos’ op de koop toenemen. Ik ga mijn herinneringen aan de Camino de Invierno koesteren en ondertussen het meest beroemde, het meest massale, laatste stuk naar Santiago lopen. En als ik me ergens aan erger, dan ga ik denken: ‘Maar hier zijn tenminste geen gevaarlijke honden!’ Wie weet ga ik het Caminocircus door mijn uitstapje naar de Invierno zelfs wel waarderen.
Morgen stap ik in de trein naar Sarria. En dan begin ik te lopen en laat ik het allemaal over me heen komen. In vijf dagen naar Santiago. Ik krijg er best een beetje zin in!
Die Camino, het is net het echte leven…
By: alice on 15 July 2015 at 21:38
Nou meisje van me. Dat is wel heel heftig voor je geweest. Goed dat je je koers weer wijzigt. Mama