Twee dorpen verderop kom ik Thérèse tegen. We raken druk in gesprek en besluiten een stukje samen op te lopen. Thérèse vertelt dat de laatste acht kilometer naar Burgos over een industrieterrein gaan en dat zij van plan is om een bus te pakken. Verleidelijk. Te verleidelijk. In de bus zien we wat we gemist hebben. Het blijkt inderdaad een ontstellend lelijk stuk.
En zo ben ik al om elf uur in Burgos. Op een paar uur na blijven Thérèse en ik de hele dag samen. Het klikte en ik had er zomaar even behoefte aan. Aan een dagje Nederlands praten, maar ook aan iemand met dezelfde cultuur. We kijken winkels, we kijken naar dansende jongetjes in hete pakjes op Plaza Mayor, we proberen verschillende wijnen in een fijne Spaanse bar, we eten tapas op een terras, maar met name praten we veel. Over wat we hebben meegemaakt de afgelopen maanden, over de Spaanse familie van Thérèse en cultuurverschillen, over onze levens thuis en over wat de Camino ons tot nu toe heeft gebracht. Daarna nemen we afscheid. Thérèse loopt morgen door en ik blijf in Burgos.